Mart Smeets (1947) is al sinds 1974 verbonden aan Studio Sport waarvan vele jaren als vaste anchorman. Hij reist de halve wereld af om de grote internationale toernooien te verslaan en bivakkeert jaarlijks een kleine maand in Frankrijk om de Tour de France op zeer eigen wijze van deskundig commentaar te voorzien. Daarnaast schrijft hij o.a. voor Trouw, Het Parool en Nieuwe Revu en is auteur van meerdere bestsellers.
Wie was uw sportheld toen u opgroeide?
'Ik heb nooit een held gehad. Ik weet wel dat we vroeger, na het bekijken van de Cup Final in Engeland via de televisie (zwart-wit), de straat opgingen en dan "speelden" dat we die en die waren. Namen? Harry Gregg, meen ik. Een knoestige keeper. En als er een wielrenner was die ik, als kleine jongen, op een bepaalde manier goed vond, was het Jacques Anquetil. Waarom weet ik niet. Waarschijnlijk vanwege zijn haarkammetje dat hij in de achterzak droeg, iets dat ik nooit deed en nooit gedaan heb. Maar toch.'
Welke buitenlandse sporter zou u nog eens willen interviewen?
'Dat is iemand die ik al eens gesproken heb: Lance Armstrong. Bij hem was interviewen altijd leuk en spannend en er gebeurde altijd wat.'
Wat is het mooiste sportmoment uit uw carrière als journalist?
'Ik denk dat dat moment in augustus a.s. zal komen. Deo volente reis ik naar Peking om voor de NOS te werken als presentator, commentator en manusje van alles. Als de honkbal bondscoach mijn zoon selecteert (en die mogelijkheid is aanwezig) zal ik dus in de gelegenheid zijn hem op Olympische bodem aan het werk te zien. Dat lijkt me iets speciaals. Daarbij komt ook dat mijn zoons partner als hockeyspeelster aanwezig zal zijn. En daarenboven weet ik ook dat mijn dochter in het nu al wereldberoemde Holland Huis aan het werk zal zijn. Kan een mens meer aan? Neen, waarschijnlijk niet.'