De droom van mijn moeder
Eind jaren zeventig kozen veel mensen voor het ideaal van Bhagwan. Zo ook de moeder van Maroesja Perizonius. Als Maroesja zes jaar is, wordt ze ingelijfd als sannyasin (leerling). Zeven jaar later verhuist ze met haar moeder naar een commune in Amsterdam. Maar wanneer haar moeder beseft dat deze plek voor haar dochter bepaald geen veilige thuishaven is, verlaat ze met haar dochter de beweging.
In De droom van mijn moeder vertelt Perizonius op integere wijze niet alleen over haar persoonlijke ervaringen, maar ook over de Bhagwan-beweging in het algemeen. Wat begon als een utopie, met op het hoogtepunt meer dan een half miljoen aanhangers wereldwijd, eindigde in een sekte waarin macht en gehoorzaamheid een grotere rol speelden dan persoonlijke vrijheid.