Draag nooit een gele trui
Wekelijks trekken ze er alleen of in groepjes op uit. De
een legt zijn dikke buik op de stang van zijn lichtgewicht
racefiets, de ander zoeft met geschoren benen op
enorme snelheid over dijken, fietspaden en heuveltjes in
de omgeving. Ze hebben één ding gemeen: ze zijn allemaal
wielertoeristen en ze willen allemaal de snelste
zijn. In hun hoofd rijden ze gemakkelijk met de profs
mee. Ze racen uit liefde voor het fietsen en in de hoop
sneller te gaan dan anderen. Vooral eerbiedigen ze `de
regels; weinig sporten gaan gepaard met zo veel ongeschreven
geboden als het wielrennen.
In Draag nooit een gele trui staan de verschillende types
wielrenners beschreven en de regels waaraan zij zich
houden. (Oud-)profs geven tips en vertellen over hun
ervaringen met wielertoeristen. Het is een onmisbaar
boek voor wie graag de weg op gaat en twijfelt over het
scheren van benen of de kleur van de wielersokken. Een
humoristische inkijk in de wereld van de bloedfanatieke
onbetaalde fietsers.